oorsprong
Ruilakte van aartsbisschop Arnold I. van Keulen (~1142) :
Ik transcribeer de Latijnse tekst hieronder:
355. Erzbischof Arnold I. von Köln bestätigt den Tausch, wodurch Godschalk, Bruder des Grafen Gerhard von Loo, der Stiftskirche zu Rees ein Gut zu Menzeln gegen ein anderes abgetreten.
(1138-1146)
In nomine sancte et individue trinitatis. Amoldus Dei gratia coloniensis archiepiscopus. Notum esse volumus
sanctis christi nostrisque fidelibus tam silicet futuris quam presentibus. de commutatione uel con cambio, quod
Godescalcus. vir ingenuus. frater comitis Gerhardi de Lo. et Ressensis ecclesie canonici. pari utrimque voto.
atque consensu unanimi. mea in presentia contractu firmissimo contraxerunt.
Quia enim prefatam ressensem
ecclesiam cum rebus suis ubicumque positis. antiqua predecessorum mecorun institutio. nullius advocati. sed sue
solummodo tutele gubernandam reservavit. isdem predictus Godescalcus. consentiente et conlaudante fratre sue
Gerhardo. predium suum et quicquid in Mehla visus est possidere. cum universis appenditiis atqne emolumentis
quesitis et acquirendis, mansum videlicet iutegrum atque dimidium. cum pratis et pascuis adherentibns. et potestate
forestaria in silvas circumstantes. adiunctis quoque tribus iugeribus agro uidelicet qui vocatur smithacker, et uno
prato in Medewurth. et agro ad aucupandum habili. et VIIII. utriusque sexus mancipiis. sancte Marie in ressa, in
proprietatem perpetuam traditione legitima tradidit atque transfudit in perpetuum.
Hanc autem traditionem ipse
manu mea suscepi ecclesie firmiter defendendam. adiuncta mecum ex mundane legis consuetudine laica manu. domno
Reinhero de kriekenbeco, qui tamen quicquid exinde iuris aut potestatis in predictis ecclcsia rebus habere potuit.
ilico abrenunciauit atque mee potestati reconsignavit. Prefate vero ressensis ecclesie canonici predium suum quod
eadem ecclcsia ex liberalitate beate memorie prepositi sui Adolfi, in Alethnin habere visa est cum utilitatibus ad
illud pertinentibus et VII. mancipia suprafato Godeschalco in proprietatem tradiderunt. facientcs commutiationem
contractu perpetuo.
Ut igitur hic commutationis contractus inconvulsus permaneat. et Ressensis ecclesia suas res
quiete in perpetuum possideat. inpressione sigilli nostri hanc cartam signatam roboramus. ut guicumque pacis et
concordie inimicus. sine ipse Godeschalcus quod absit. sine frater eius Gerhardus. uel quicumque ex heredibus, uel
etiam quecumque aliena persona. Ressensis ecclesie res invadere. distrahere. dissipare. uel turbare presumpserit
tam consentiens quam faciens duro se anathematis vinculo ligatum sciat. donec penitentie digna satisfactione
resipiscat.
Huic commutationi testes intererant. Thiepoldus prepositus de s Severino. Thiedricus prep de ss.
apostolis. Gerlagus canonicus s. Gereonis. Otto comes Adolfus comes. Kristian de Wieflinchoain. Engelbertns de
hornin. Heinricus de aldenthorrin, Almar advocatus. Cunradus advocatus. Herradus de ninsa. Herimannus de Galin.
Herimannus de heppenthorpo. Cunradus villicus de ressa. Hemmo et frater eius Luthewigus de hienin Thidricus
de hurlo. Philippus de pirnin.
Nota Bene:
1 – Die in der Urkunde genannten Zeugen ergeben, daß dieselbe in diesen Zeitraum fällt.
2 – Der Name Mehln oder Mechln ist im Laufe der Zeit in Meggele, Mengele, Menselen, Menzeln übergegangen.
3 – u” wordt vaak als “v” gelezen, evenzo wordt “i” gelezen als “j”.
Laat me nu de Nederlandse wikipedia over de familie kopiëren: –>>
De Familie van Galen is afkomstig uit Gahlen, een plaats aan de Lippe, tegenwoordig een Ortsteil van de gemeente Schermbeck, aan de noordrand van het Ruhrgebied in Duitsland.
Het wapen van de familie kenmerkt zich door drie wolfsangels. Ditzelfde wapen wordt ook gebruikt door de familie van den Boetzelaer (van Boetzelaer), die wellicht eenzelfde origine heeft. In Duitsland is de familie von Galen een adellijk geslacht dat teruggaat tot minstens de 12e eeuw. De Von Galens zijn eeuwenlang zeer machtig geweest in en rond Münster. Vele Von Galens hebben hoge kerkelijke en wereldlijke posities bekleed. Zo was Rutger von Galen (geb. 1220) aartsbisschop van Keulen, was er Bommen Berend, Bernhard von Galen (1606-1678), de bisschop van Münster die in het jaar 1672 Groningen belegerde, en kardinaal Clemens August von Galen (1878-1946), de bisschop van Münster die zich als een der weinigen in de Rooms-Katholieke Kerk fel keerde tegen de nazi’s. Een andere bekende Von Galen was Johan von Galen, in Nederland beter bekend als Jan van Galen (1604-1653), de uit Essen afkomstige zeeheld die in de Nieuwe Kerk in Amsterdam zijn praalgraf heeft.
De stamvader van de Nederlandse tak van het geslacht is Bernard von Galen (geb. circa 1300). Hij was een zoon van Otto van de Boetzelaer van Galen. Rutger van de Boetzelaer (c1302-1356) was gehuwd met Trzenia van Appeltern van Hernen. Zo kwam de familie in het land van Maas en Waal terecht. Hun zoon Sander overleefde zijn vader maar 8 jaar. Diens dochter Jutte huwde met Hendrik van Galen (c1341-1393), de kleinzoon van Bernard von Galen.
Hendrik was een van de nobiles van de Graaf van Kleef en als zodanig de heer van Wijchen. Rond 1393 sloot Kleef een overeenkomst met Gelre, waardoor Hendrik van Galen leenman werd van de Hertog van Gelre. De broer van Hendrik was Berend van Galen (c1365-c1429). Hij ontving in 1403 “den Leler te Wichen, alsmede den vond en de heytgraeffschap te Wichen”. Berend werd in 1429 als Heer van Wijchen opgevolgd door zijn zoon Rutger van Galen (c1400-c1463). Rutger werd opgevolgd door zijn zoon Jacob van Galen (c1430-) en Jacob in 1527 door zijn zoon Rutger van Galen (c1470-1547). In 1547 stonden Rutger’s kinderen Jorrien, Hille en Maria hun recht af op het leengoed. Het leengoed en het kasteel te Wijchen werd in 1535 overgenomen door Herman van Bronckhorst, een lid van de machtige familie Van Bronckhorst, die met de Van Galens diverse huwelijksrelaties had.
Ondertussen had de familie Van Galen zich sinds de 14e eeuw vertakt en verspreid richting Nijmegen, de Veluwe, de Betuwe, Utrecht, Brabant en andere streken. Daarbij werden zowel de namen Van Galen, Van Gaalen als Van Gael gehanteerd.